Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Aaron nu zeide tot hen: [4]Rukt af de gouden oorsierselen, die in de oren uwer vrouwen, uwer zonen, en uwer dochteren zijn; en brengt ze tot mij. 4. Het is gelooflijk, dat Aaron gemeend heeft dat de Israelieten liever het gouden kalf zouden ontberen, dan hem hun kostbare juwelen over te leveren; maar hij is in deze zijn mening bedrogen.